Travel Diary: Corcovado, Costa Rica // De ecolodge-ervaring
I’m a survivor! Dat dacht ik, toen ik me bevond aan de rand van het regenwoud van Corcovado, aan het strand, in m’n houten hutje, waar slechts een man of tien te vinden was.
De reis naar deze ecolodge was zwaar. Heel zwaar. Iets te ijverig om vanuit Tortuguero (in het noordoosten van Costa Rica) in één keer naar Corcovado (in het zuidwesten) te gaan, waren we – mijn vader en ik – wel. In totaal deden we er een boottocht, twee lokale bussen, een lange autorit dwars door het land, een helse autorit over de slechtste weg van Costa Rica en een wandeltocht over het strand (even adem happen) over, om aan te komen op bestemming. De reis gun ik niemand, daar kan ik heel eerlijk in zijn. Daarbij dan ook vast een tip: schat de afstanden in het kleine Costa Rica niet verkeerd in. De wegen zijn over het algemeen best goed, maar ze hebben veel liefde voor… heel veel bochten. Zodoende krijg je het gevoel dat je constant op dezelfde berg rijdt, en alsmaar rondjes aan het rijden bent.
Maar ik verheugde mij op m’n bestemming. TripAdvisor vertelde mij namelijk dat dit de #1 bijzondere bestemming was in het gebied, en het was helemaal in eco-stijl; iets wat ik altijd al eens wilde doen. Zou iedere moderne hippie niet constant in een ecolodge verblijven, als het niet zo vreselijk duur zou zijn? Ik houd van kamperen, ik houd van de natuur, en het idee achter een ecolodge vind ik heel speciaal. Dat maakte dat ik altijd erg nieuwsgierig was naar het verblijven in een ecolodge.
Wat kun je nu dus precies verwachten in een ecolodge? Geen luxe, want je kampeert praktisch gezien in een tent. Maar je kampeert ook niet, want het is nog wel een soort verwend ‘huisje’. Zoiets als een overdekte-camper-bungalow-hut, maar dan met charme. Want tja: je gaat wel helemaal back to basic.
Alles is erop gebaseerd de natuur in haar waarde te houden – iets waar ik alleen maar honderd procent achter kan staan. Dit houdt echter dus ook in, dat:
> Je nooit warm water hebt bij het douchen, ook niet lauw, nee: gewoon koud.
> Als het donker is, is het ook niet meer schemerig midden in de jungle. Nee, dan is het gewoon donker. Pikkedonker. Er staan geen vriendelijke lampjes langs de wandelpaden, want dat is niet goed voor de natuur. Je hebt ook geen lamp ín je tent/bungalow. Vergeet daarom niet je hoofdzaklampje mee te nemen – erg praktisch als je klaar bent met eten, en je terug moet lopen naar je ‘warme’ nestje.
> Het hangt waarschijnlijk van je ecolodge af, maar wij zaten zo afgelegen dat we helemaal afhankelijk waren van het eten wat de ecolodge zelf had verzorgd. Wij hadden ons alleen ‘aangemeld’ voor het ontbijt en het avondeten, niet wetende dat er ’s middags dan eigenlijk geen eten voor ons was, en dit ook niet daar te koop was in een ‘supermarktje’ of iets dergelijks. Kom dus voorbereid: neem een flinke tas eten mee. Maar let wel op: dit kun je dan weer niet in je tentje laten staan. Wellicht snoepen de apen er dan van! Deze tas mag je vaak weer op een aparte plek leggen waar de dieren niet bij kunnen komen (hopen we dan).
> Je zit zo midden in de natuur, en als je dus je ‘avondwandeling’ maakt, kan het zo maar voorkomen dat je een slang, een enorme pad, of zelfs een panter tegenkomt… Beetje ballen moet je er dus wel voor hebben. Sta open voor de natuur en EMBRACE IT! 😉
Douchen doe je bijvoorbeeld zo: uit een kokosnoot!
> Je hebt geen elektriciteit in de buurt. Mocht je die telefoon nou wel willen opladen (m’n muziek stond er immers op en dat wil ik dan wel kunnen luisteren), dan moet je even een paar uur bij de receptie rondhangen. Ach ja, het is vakantie, dus tijd genoeg toch?
> Wat ik wel wonderbaarlijk vond was dat er wel Wi-Fi was. Hoe dan?! Zo afgelegen en toch nog zo dichtbij de bewoonde wereld. Iets wat ik op zo’n moment eigenlijk liever juist níet wil (behalve als ik een muziekje wil luisteren dus).
> Het Corcovado Nationaal Park is, naast Tortuguero, één van de mooiste natuurparken van Costa Rica (en Costa Rica heeft er veel – heel veel!). We hebben qua natuur echter helaas bijzonder weinig gezien. Natuurlijk zagen we veel aapjes rondhuppelen – wat de setting extra bijzonder maakte. Desalniettemin, toen we de volgende dag in het dorpje om de hoek verbleven (Puerto Jiménez), hebben we in één avond meer gezien dan onze drie dagen in deze ecolodge. Wellicht was het net een beetje pech voor ons. De natuur is tenslotte geen vaste tentoonstelling!
En toen ik er enkele dagen op had zitten, mochten we weer drie kwartier over het strand wandelen. Mijn backpack werd door een paard met wagen teruggebracht naar de dichtstbijzijnde weg – ‘de slechtste weg van Costa Rica’. En toen mochten we weer dat hele *&^%*stuk terug gaan rijden…
Mijn mening? Een ervaring op zich kun je het zeker wel noemen. Heel uniek, en ik had het, ondanks de verschrikkelijke heen- en terugweg, weinig eten, de koude douche, absoluut niet willen missen. Maar, eerlijk is eerlijk: ik pak de volgende keer net zo lief m’n tentje en ga om de hoek écht kamperen.
Nu heb ik weinig ervaring met ecolodges, en geloof ik best dat iedere ecolodge anders is. Daarom vraag ik me af: ben jij wel eens in een ecolodge geweest? En hoe was jouw ervaring daar? Reageer, want ik wil het graag nog eens proberen!