De Filosofie van Annemarie // De charme van het backpacken

Ik had het mezelf plechtig beloofd: ik had hem op zolder verborgen, met de insteek hem nooit meer te gebruiken. Maanden liep ik ermee op mijn rug en wat heb ik hem vervloekt: mijn backpack. Vorige week haalde ik hem te voorschijn. Ik kreeg een ietwat weemoedig gevoel.
Hoe heb ik maanden uit die tas kunnen leven? Wat is ook alweer de charme van backpacken? Waarom deed ik dit mezelf aan? Ik geloof dat ik het weer weet!
Het blijft fascinerend hoe onze geest werkt. Eigenlijk zijn we helemaal niet geprogrammeerd op veranderingen. Mijn beslissing om naar Azië te gaan was ronduit impulsief en BOEM… Plotseling sta je zonder plan in een ander continent. Ondanks dat ik routine haat, ging dit zelfs voor mij ietwat rap. Ik sprong op een vliegtuig, gevolgd door een bus, vliegtuig, nog een bus, een boot, een taxi en kwam 20 uur later geradbraakt aan op een hotelkamer. Mijn lichaam vroeg zich af: wat ben jij van plan, dame? Terwijl mijn geest zich nog in de Achterhoek waande. Het duurde zeker een paar dagen voordat ze overeenstemming bereikten: Annemarie, jij zit in Thailand!
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik uit over een azuurblauwe zee. Dit keer duurde het even om het te beseffen, mijn draai te vinden en ervan te kunnen genieten, maar ik weet nu weer waarom reizen mijn drugs is. Het gaat voor mij niet om de reis, niet om de bestemming en zelfs niet om de mensen die ik ontmoet. Reizen maakt mij dankbaar. Zo ontzettend dankbaar.
Ik zal het maar bekennen: ik ben een onwijze luie luxepoes. Ik word graag op mijn wenken bediend. Van viezigheid of gekke geurtjes krijg ik acute kriebels. Daarom is backpacken oorspronkelijk zo niet mijn ding. Als reiziger ben je namelijk voortdurend smerig. Daarnaast komt alles op jezelf aan. Je kan wenken wat je wil, maar reken maar niet op bediening. Zelfs niet als het om het meezeulen van je spullen gaat. Ik stink al dagen naar zweet, mijn haar is spekvet en waar ik thuis een truitje soms na een uur al in de was gooi, hou ik hem hier gerust een paar dagen aan. Ik hou van deze ongeorganiseerde viespeuk in me!
Voedsel en een slaapplek is het enige punt op de agenda van een backpacker. De rest is bijzaak. Thuis kan ik me druk maken over alle waanideeën in mijn hoofd. Hier eet ik zorgeloos goddelijk voedsel van een roestige braadpan op straat met daarachter een kok met slechts één tand. Eenmaal uit je eigen vertrouwde bubbel kun je dingen helder zien. Nu ik mijn leven letterlijk en figuurlijk van een afstandje bekijk, besef ik me dat ik zoveel dingen voor lief neem en lang niet altijd dankbaar ben. Ik mag mezelf zo enorm gelukkig prijzen. Alleen al voor het feit dat ik thuis een wasmachine heb en mensen zo gek krijg dat ze me bedienen.
Het is de hoogste tijd dat deze stinky-winky een douche opzoekt, voordat ze me echt gaan verwarren met een ladyboy. Ik maak me op voor het hoogtepunt van de dag: de voedsel-hunt! Mijn haat-liefde verhouding met mijn backpack zal er altijd zijn. Maar: ik zit in Thailand. Ik ben dankbaar. Dankbaar voor deze reis. Dankbaar voor het onbekende. Dankbaar voor alles wat ik thuis heb. Dankbaar voor de mensen die mij liefde geven. Dankbaar dat jij mijn blog leest. Dankbaar dat ik een kast heb waarin mijn schone kleren liggen! Smell you later! 😉