Het Marokkaanse Sprookje #2 // Hassan II
Dit is een verhalenreeks die iedere woensdag op Moderne Hippies te lezen is.
Handig: lees eerst verhaal 1.
Alles leek perfect en volmaakt: ik had een pracht van een huisje aan zee, een hondje, kon elke dag surfen, gaf mijn dagelijkse yogalessen, kon genieten van de zon, leerde Arabisch en begon de kleurrijke cultuur van Marokko te ontdekken. Tevens ontmoette ik de meest inspirerende mensen van over de hele wereld. Dit allemaal in het vissersplaatsje Taghazout.
Mijn dagelijkse routine bestond vaak uit het volgende: 6.00 uur opstaan om vervolgens met mijn hond ‘Jaya’ over het strand te wandelen, 7.00-8.00 uur yogales in het surfhouse, ontbijt, surfen, lunch, siësta, wandelen met mijn hondje, yogales 18.00-19.00 uur in de avonduren, surfen en/of massages geven, diner en wandelen met mijn hond. Kortom, ik had een heel naar en zwaar leven!
Maar niets is wat het lijkt. Wat een gewone dag leek te zijn, werd het begin van een turbulent avontuur.
Op zondag 11 oktober 2013 kreeg ik in de middag vaginale bloedingen. Ik nam een douche, want ik was ondertussen al helemaal doorgelekt, en voelde me enorm vies. De bloedingen werden echter steeds heftiger. Ongelofelijk wat er uit een lichaam kan komen. Mijn bloedingen gingen over naar dikke stolsels tot bijna een soort van lappen vlees aan toe. (En dan overdrijf ik echt niet.) Door mijn grote bloedverlies en combinatie van het warme water ben ik bewusteloos geraakt. Zelf heb ik geen flauw idee hoelang ik daar op de grond heb gelegen, maar volgens mijn vriendinnen zou het zeker 10 minuten lang geweest zijn. (Deze vriendinnen uit Nederland waren toevallig voor een weekje op bezoek. Ik had ze mijn tweede huissleutels gegeven zodat ze konden gaan en staan waar ze wilden, terwijl ik aan het werk was.)
Het meest bizarre is, is dat mijn vriendinnen die dag/middag helemaal niet zouden terugkomen naar mijn huisje. Ze hadden de intentie om één nacht in het natuurpark te gaan overnachten, maar besloten toch om daar niet te blijven. Ze waren op dat moment de enige westerse vrouwen tussen de Marokkaanse mannen en dat gaf ze geen goed gevoel. Teruggekomen in mijn huisje hoorden ze dus de douche lopen en troffen ze mij – bijna halfdood – aan in mijn badkamer.
Met spoed werd ik naar het openbare ziekenhuis in de dichtstbijzijnde stad gebracht; het ziekenhuis dat is vernoemd naar Hassan II in Agadir. Achteraf begreep ik van de locals dat dit ziekenhuis bekend stond om de naam “het-ziekenhuis-waar-je-niet-dood-gevonden-wilt-worden”.
Intussen hadden mijn vriendinnen een goede vriend van mij gebeld voor extra hulp. Salim is zijn naam. Hij is tandarts en is één van de meest betrouwbare en respectvolle Marokkanen die ik ooit heb mogen ontmoeten. Hij wachtte ons op in het ziekenhuis. Aangekomen werd ik meteen naar de Eerste Hulp gebracht: niets meer dan een lege kamer met een harde bank. Het was kil, leeg en koud. De vloer was vies en er liepen katten over de vloer.
Vol smacht waren we met z’n allen aan het wachten voor een dokter, maar niemand kwam het eerste halfuur binnen. Ik voelde intussen dat het menens was; ik kreeg het koud en had geen gevoel meer in mijn handen en voeten. Uit eerdere ervaringen weet ik dat wanneer er te weinig zuurstof in ons lichaam zit, het eerste dat afsterft de uiteinden van het menselijk lichaam zijn. Ik vroeg dan ook aan mijn vriendinnen of ze met spoed mijn voeten en handen wilden masseren/opwarmen, in de hoop dat er weer wat bloed door mijn lichaam zou gaan stromen. Ik dacht dat ik niet bang was voor de dood, maar op dat moment kneep ik ‘m wel.
Na drie kwartier kwam er dan eindelijk een dokter. (Ik geloof dat afdeling Eerste Hulp in dit ziekenhuis niet bestond.) Ik spreek zelf goed Frans, maar doordat ik zo afgezwakt was, moest ik al mijn energie besparen en kon/mocht ik absoluut niet praten. Eén van mijn vriendinnen sprak zelf ook goed Frans en uiteraard was Salim er ook bij, die Arabisch sprak en vertaalde. Maar zelfs hij kon ons niet helpen.
De arts geloofde in eerste instantie niet dat ik GEEN Marokkaanse was, vanwege mijn donkere huidskleur. Ten tweede dacht hij dat ik een illegale abortus had gepleegd vanwege mijn vaginale bloedingen. (Tegenwoordig komt het veel voor dat jonge Marokkaanse meiden illegale abortussen plegen, vanwege seksueel contact voor het huwelijk. En ja, vaak zijn dit dan prostituées).
Ik werd maar niet geholpen. Boos en machteloos belde Salim een vriend van hem op, die toevallig ook arts was. Deze jongeman kwam op zijn vrije dag rechtstreeks vanaf de tennisbaan naar het ziekenhuis. Dankzij hem werd ik uiteindelijk na 1,5 uur geholpen. HALLELUJA!
Weer werd ik in zo’n koude, kille kamer gebracht. Dit keer met drie “artsen”. Ze begonnen mij allemaal vragen te stellen, maar natuurlijk was ik niet in goede staat om deze te beantwoorden. Ik moest gewoon aan het infuus om eerst weer een beetje op te knappen. Nu zou je denken dat een infuus krijgen een werk van maximaal 10 minuten is, maar geloof me, het volgende drama begon pas; doordat ik zoveel bloed had verloren, waren mijn aders droog geworden. Zelf heb ik al heel dunne aders, maar nu was het nog eens dubbelop. Ik moest aan het infuus, kortom: eerst geprikt worden. Nu ben ik eigenlijk niet bang voor naalden, maar deze waren echt killing! Geen dunne naalden zoals hier in Nederland, maar dikke. Acht keer werd ik in mijn rechterarm geprikt en tien keer in mijn linkerarm. Het was zo pijnlijk en heftig dat die vriendin van mij bijna flauwviel van het zien van de naalden in mijn lichaam. Uiteindelijk is het toch gelukt: het infuus werd ingebracht. Ik voelde mij langzaamaan weer wat opklaren. Toch bijzonder wat water en zout voor een lichaam kan doen! 🙂
Langzaam begon ik weer wat op te krabbelen, totdat er een andere vrouw naar binnen werd gebracht. Een Marokkaanse vrouw van rond de 35 jaar. Ik was ontzettend verbaasd, want de kamer waarin ik mij bevond was maar 4 bij 6 meter groot, zonder raam!
Het was echt verschrikkelijk. Deze jonge vrouw was er zo slecht aan toe; haar pupillen staarden mij aan alsof ze om hulp smeekte. Ze kwijnde weg en bij nog geen meter afstand van mij begon ze over te geven. De vriendin van mij, die bij mij in de kamer was, liep snel de kamer uit; ze kon het aanzicht en stank niet meer verdragen. En terecht, ik eigenlijk ook niet, maar ik had geen keus.
Ik lag aan het infuus, mijn buurvrouw naast mij was bloed aan het overgeven en kwijnde weg en als toetje op de slagroomtaart werd er ook nog eens een derde vrouw binnengebracht. Ook een Marrokaanse vrouw, deze rond de 60 jaar oud, die hevig begon te hyperventileren.
Mijn God, waar was ik in terechtgekomen? Ik voelde me als een soldaat in het veld, geraakt door een mijn, die vervolgens in het tentenkamp werd verzorgd. Dit met andere soldaten, terwijl het slagveld van de oorlog nog overal te zien, te voelen en te ruiken was. Het was een nachtmerrie, een filmscène die menig publiek had laten voelen hoe heftig deze situatie was.
18.10 uur arriveerde ik het ziekenhuis en om 21.20 uur werd ik ontslagen en liep ik de deur uit. Dit voor maar één zakje 225 mlaan, het infuus en alle narigheid ineen. En als tip van de arts: “Please, go back to Europe and do a check-up!” Goh, echt waar?
De volgende dag hebben mijn vriendinnen meteen een ticket geboekt naar Amsterdam. “Dag Afrikaanse zon, hallo koud Nederland”.
Wordt vervolgd, lieve lezers… Tot volgende week.
Liefs, Chanti
// Volg Chanti op ChantiMai.com en Facebook