Het Marokkaanse Sprookje #14 // Licht in de duisternis
Dit is een verhalenreeks die iedere woensdag op Moderne Hippies te lezen is.
Tip: lees eerst de voorgaande verhalen.
Dinsdag 24 december 2013
Kerst. Oftewel een Kerstavond en dag(en) waar de meeste mensen hun tijd doorbrengen met de familie. Een “feest” waarbij ieder zijn mooiste kleren aantrekt, de haren weer zijn gekamd, schoenen uit de oude doos gehaald en weer opgepoetst zijn én waarbij velen als een gek inkopen doen – nog meer kleding en vooral veel vlees inslaan – alsof er een Derde Wereldoorlog op komst is. Dagen waarbij je ineens langs de familie gaat die je normaal gesproken nauwelijks ziet. Maar goed, het is toch Kerst? Iedereen doet dit toch? Nou, geef mij dan liever het oer-Hollandse, calvinistische gezegde “Als iedereen in de sloot springt dan hoef jij nog niet te springen”.
Als kind ging/moest ik altijd naar de kerk. ’s Middags gingen we dan vaak naar het strand of bos en in de avonduren propten we onszelf vol tijdens het gourmetten. Toen wist ik niet beter. Nu doe ik het echter graag anders. Hoewel ik Christelijk ben opgevoed geloof ik niet zozeer in één God. Ik geloof meer in het “goddelijke” in onszelf en daarnaast ben ik er heilig van overtuigd dat Jezus, de Profeten van Israel en Juda, Profeet Mohammed, Boeddha, Socrates, Confucius en Lao-tse zeer bijzondere mensen waren die de mensheid tot de dag van vandaag inspireren.
De laatste keer dat ik in een kerk ben geweest was 3,5 jaar geleden, tijdens de begrafenis van mijn vader. Dit jaar zou ik die Kerstavond echter mijn “principes” aan de kant zetten: samen met twee vriendinnen – die mijn avontuur vanaf het begin in Marokko hadden meegemaakt – zou ik naar de viering van de Kerstnacht gaan, in de Glazen Zaal van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Overdags wordt er in deze zaal creatieve therapie en activiteitenbegeleiding gegeven en zo nu en dan ook concerten. Een heel mooi en goed initiatief, want geloof mij, als je twaalf weken of langer in het ziekenhuis verblijft of onder behandeling bent, dan ga je je daar al snel vervelen. Die avond was de Glazen Zaal omgetoverd tot een heuse kerk.
Mijn herinnering aan een kerkdienst van vroeger betroffen vaak de houten, smalle banken die dicht op elkaar stonden, de houten stoelen die zo verjaard waren dat de poten er bijna vanaf braken óf de toespraak van de dominee waarbij je in slaap viel. En dan nog los van alle psalmliederen en gezangen die ik uit mijn hoofd moest leren. Die avond zou het echter heel anders worden…..
De Glazen Zaal was gevuld met moderne stoelen en opgevuld met de ziekenhuisbedden waar patiënten in lagen, sommigen zelfs compleet met infuus en sondevoeding en al. Aan alles was gedacht: kerstprogrammaboekje, thee/koffie met een koekje erbij, een echt koor – leden van het Hollands Vocaal Ensemble -, twee voorgangers mét humor (!), kaarsjes én, last but not least, de dienst werd live intern in het ziekenhuis uitgezonden voor diegenen die er niet aanwezig konden zijn.
Aan het begin van de avond werd ik door de voorganger gevraagd of ik tijdens de dienst naar voren wilde komen om een kaarsje te branden. Tsja, heb ik weer, maar op de één of andere manier kon ik niet weigeren en voelde ik mij stiekem ook wel een beetje vereerd. Dus ik zei “ja”.
De dienst werd geopend door het koor. Wow, wat een pracht van een muziek, wat een nachtegaaltjes. Kippenvel! Daarna mocht ieder meezingen met ‘Stille Nacht’. Lang geleden dat ik dit lied voor het laatst heb mogen zingen. Het blijft een mooi klassiek Kerstlied. En toen kwam het moment dat ik naar voren mocht lopen. Toen de kaars aan mij werd overgedragen om een andere kaars aan te steken, werd de volgende tekst door de voorganger gesproken:
“Licht, ontstoken in de nacht,
laat ons niet verdwalen;
scheur de nevel – dat met kracht
uw warmte ons bestrale,
uw warmte ons bestrale. ”
Nou, dat vers was op dat moment op mijn lijf geschreven. Ik werd zelfs wat emotioneel en moest heel erg mijn best doen om mijn tranen in te houden. Van binnen jankte ik als een klein kind, maar voor het “publiek” vond ik het totaal niet gepast om met een snottebel en uitgelopen mascara bij het “altaar” te staan. Ik was tenslotte een stoere meid die alles aankon, niet?
Halverwege de dienst gingen veel patiënten met hun ziekbed weg; het was immers een lange zit en daarnaast ook erg intens. Bij het zien van de patiënten die wegreden werd ik weer zo geconfronteerd met mijn eigen “zijn”: “Zullen mijn behandelingen wel aanslaan? Overleef ik het wel of zal ik net zo eindigen als hen?” Veel vragen schoten als vuurpijlen door mijn hoofd – of nee, niet als vuurpijlen, maar als duizendklappers. Ineens voelde ik mij weer zo klein, fragiel en kwetsbaar. Ik ben niet bang voor de dood, maar stiekem misschien wel voor de manier waarop. Verdomme, ik was nog veel te jong om dood te gaan. Ondanks alle “shit” vond ik het leven veel te mooi!
De dienst werd afgesloten met een prachtige tekst van Nelson Mandela. En met deze tekst wil ik ook graag mijn verhaal voor deze week met jullie afsluiten.
Wij zijn bestemd om te stralen zoals kinderen dat doen.
Wij zijn geboren om de glorie van God die in ons is te openbaren.Die glorie is niet slechts in enkelen, maar in ieder mens aanwezig.
En als we zo ons licht laten schijnen schept dat voor een ander de mogelijkheid om hetzelfde te doen.”
Liefs, Chanti
// Volg Chanti op ChantiMai.com en Facebook