Het Marokkaanse Sprookje #21 // Back to the good ol’ times
Dit is een verhalenreeks die iedere woensdag op Moderne Hippies te lezen is.
Tip: lees eerst de voorgaande verhalen.
© Richard Albert Broeksema
Dit is een verhalenreeks die iedere woensdag op Moderne Hippies te lezen is.
Tip: lees eerst de voorgaande verhalen.
De laatste weken van mijn chemokuren kwamen in zicht. Ik telde de dagen nauwkeurig af. Dit deed mij herinneren aan de tijd dat ik nog kleiner was dan nu. Ik was een jaar of 8 jaar en hield toen al van verrassingen. Ik bouwde een muurtje van LEGO twee maanden voor mijn verjaardag en ging er dan elke dag een blokje vanaf halen. Zo kon ik tenminste zien hoe ver of hoe dichtbij mijn verjaardag was. Tja, als klein kind zijnde werd dat natuurlijk gewoon heel leuk, schattig of creatief gevonden, maar om nu met een LEGO-muur in het Gasthuis/ziekenhuis te zitten was toch ook wel iets overdreven. Ook ik had mijn grenzen.
Ja, over grenzen gesproken, ik moest mezelf ook steeds meer beschermen voor buitenaf. In de weken van januari 2014 was ik toch wel behoorlijk verzwakt. Voor de buitenwereld kon ik nog genoeg doen, maar voor mijn gevoel: ho maar. Ik kende ondertussen mijn lichaam maar al te goed; ik wist dat ik nog een aantal weken door moest gaan en al mijn energie hiervoor moest bewaren. Het ‘nee’ zeggen tegen mensen was en is nog steeds niet mijn sterke kant, maar toen had ik geen keus. Het was ‘hen’ of ‘ik’. En, om dan maar heel kort door de bocht te zijn: ‘leven’ of ‘dood’. Zoals ik jullie al eerder heb verteld: bang voor de dood ben ik zeer zeker niet, maar als ik dan toch nog een paar jaar verder mag leven, liever wel.
Om niet meer weer diezelfde kankerverhalen aan te horen en te vermijden om uit te leggen wat ik daar deed en wat ik had, begon ik mij min of meer af te sluiten in mijn kamer van het Gasthuis. Ik had geen behoefte meer om beneden in de gezamenlijke woonkamer of keuken te zitten. Ik had geen zin meer in het gezelschap van andere mensen en soms zelfs niet van sommige vrienden. Ik was al heel selectief geworden met eten – alleen nog maar raketijsjes en komkommers – en nu dan ook met de mensen om mij heen: mijn oncologen, laboranten, prikdokters, vrijwilligers van het Gasthuis en maximaal 5 vrienden. Dat was meer dan genoeg. Ook werd mijn behoefte naar frisse lucht en beweging nihil. In de laatste weken lag ik alleen maar in bed. Als ik frisse lucht wilde, deed ik het raam open en bij behoefte aan drinken/eten vroeg ik het aan de desbetreffende persoon die bij me was.
Entertainment als tv kijken, ook daar werd ik op een gegeven moment echt simpel van. Altijd weer diezelfde showbizz-koppen op tv en altijd weer hetzelfde nieuws in het daaropvolgende nieuws. En wanneer ik dan enthousiast weer een Nederlandse speelfilm wilde kijken, zag ik altijd weer dezelfde acteurs en actrices of juist ineens oude presentatrices die hun midlifecrisis hebben en denken dat ze nog kunnen acteren. Je zou denken dat tv kijken en je verstand op nul zetten soms zo ordinair lekker kan zijn, maar voor mij was niets minder waar. Ik werd er om eerlijk te zijn nog zieker van! In plaats van ‘Back to the Future’ was mijn slogan dus ‘Back to the good ol’ times’, oftewel tekenen, boeken lezen en schrijven. Ik kon me uren, dagen en nachten zoet houden met deze bezigheden. En vooral het schrijven deed me enorm goed. Gewoon ouderwets met pen en papier.
Een paar weken geleden keek ik toevallig samen met een vriendje naar de film The Dark Crystal. Echt een klassieker en jeugdsentiment. Ik kan hem aan iedereen aanraden die van nostalgie en fantasiefilms houdt of fan is van de geweldige poppen van Jim Henson. Maar het meest opmerkelijke aan de film zijn de teksten van de “acteurs”. En met deze dialoog wil ik deze week graag afsluiten:
Kira: What’s writing?
Jen: Words that stay.
Liefs, Chanti