ETEN, INSPIRATIE

Inspiratie: Jessica en haar soep maken gelukkig

Helemaal blij loop ik naar buiten na het interview met Jessica van Mijn Soep. En ik heb haar soep nog niet eens geprobeerd! Kun je nagaan…

Eigenlijk wilde ze een kroeg beginnen, maar daar zag ze op het laatste moment toch vanaf. Jessica Anches is de dochter van een Surinaamse vader en oer-Hollandse moeder. Ze groeide op in Groningen en leerde thuis om van eten te houden. Elke dag trok haar moeder bouillon. Elke dag soep! Daar stoom je je smaakpapillen wel mee klaar voor de titel ‘meestersoep maakster’ die ze vandaag de dag voert.

Het ondernemen zit haar in het bloed; haar vader was een groot kroeghouder in Groningen, vandaar ook het idee van die kroeg. De gezelligheid daarvan trok haar aan – ze is nogal een sociaal mens. Maar dat koken, waar ze zo goed in is… daar moest ze toch ook wat mee. Nog maar drie weken geleden zei ze haar baan op en hoppa – mevrouw heeft nu al haar eigen soepparadijsje genaamd ‘Mijn Soep’ geopend! ‘Iedereen wordt namelijk gelukkig van een kopje goede soep’, aldus Jessica.

Ze heeft van alles gedaan, van feesten organiseren bij Canvas en Cottonclub in Amsterdam, tot pop-up veilingen organiseren met The Jim Beard Gallery en werken bij de reclassering. Maar bij alle verschillende dingen die ze op haar naam heeft staan, kwam een ding altijd weer bovendrijven: ‘Ik vind het leuk om mensen samen te brengen, ze te verbinden.’ Daar gaat het haar ook om bij haar winkel. ‘Er komen hier allerlei soorten mensen en veel van hen gaan aan de grote stamtafel hun soepje zitten eten. Met iedereen die langskomt maak ik een praatje, want dat vind ik niet alleen leuk maar ook heel belangrijk. En weet je wat er van de week gebeurde? Mensen die elkaar totaal niet kenden, raakten aan die tafel met elkaar aan de praat. Ik hoorde dat ze het over de soep hadden en toen vroeg de ene persoon aan de andere: ‘mag ik die van jou proeven? Dan mag jij ook een hapje van mij’. Dat is toch geweldig?! Ze kenden elkaar niet hè? Dát vind ik nou mooi.’

Aan recepten doet ze niet. Ook niet aan menu’s: ‘Ik wil gewoon maken waar ik zin in heb. Als je met menu’s gaat werken, dwing je jezelf om volgens een bepaalde structuur te werken. Dat wil ik niet meer. Als ik op een avond denk dat de wereld met de crisis wel wat kippensoep kan gebruiken – die volgens Joodse traditie voor onder andere voor warmte en verbondenheid staat – dan wil ik daar liters van kunnen maken. Alles om de mensen die mijn soep eten gelukkig te maken. Ik wil simpelweg mijn gevoel kunnen volgen! Maar ik voer het volgen van mijn gevoel niet zover door dat ik als ik ongesteld ben ineens zure soep ga maken, hoor.’

Jessica vertelt honderduit over het gezellige blok tussen de Amstel en de Wibautstraat in, de locatie van haar winkel. Ze woont er al jaren en de sfeer die zij schetst van dit stukje Amsterdam is vergelijkbaar met die van een dorp. Aangezien ik in hetzelfde huizenblok heb gewoond, heeft dit gedeelte van de buurt altijd een speciaal plekje in mijn hart gehad. Het horen van Jessica’s verhalen doet me dan ook goed. Toch herken ik het niet echt en vind ik dit beeld maar moeilijk te plaatsen in het – naar mijn mening – veel te individualistische Amsterdam.

Alsof de wereld een handje helpt om die gedachte uit mijn hoofd te krijgen, komen buurtbewoners en kennissen van Jessica tijdens ons gesprek om de beurt even buurten in de winkel die op dat moment eigenlijk gesloten is. Ik was al onder de indruk van Jessica’s energie en enthousiasme, maar wat hier gebeurt, zorgt ervoor dat ik mijn ideeën over de Amsterdamse mentaliteit enigszins moet bijstellen. Ik ben helemaal geen dorpsmens, maar de grote stad doet mij zo af en toe wel wat onpersoonlijk en koud aan. Hier, aan Jessica’s stamtafel, wordt mij gewoon een keer het tegendeel bewezen – wat fijn.

Hoe goed haar band met de buurtbewoners ook is, een persoon komt voor alles en iedereen: Baby Jayne Billy Rose Bootsy Blue, haar dochtertje. Wanneer Blue – wat de iets minder tijdrovende roepnaam van dit prachtige meisje is – zich niet bezig houdt met cd’s opnemen van haar pianospel of taart bakken met de buurvrouw, helpt ze haar moeder af en toe met koken. Of met het bedenken van wat voor soep er gemaakt moet worden. Op haar shirt staat dan ook ‘meester soepmaakstertje’. Lachend vertelt ze over de soep die Low Carbie Barbie heet, die speciaal is voor mensen die op dieet zijn: ‘Die heet zo omdat Barbie zo dun is.’ Ze is helemaal thuis in de winkel van haar moeder.

Maar Blue is niet de enige die Jessica op culinair gebied ondersteunt. Een beroemd chefkok uit een van Amsterdams meest bekende hotels was zo vrij om haar een workshop te geven in het maken van kreeftensoep. Het fotoverslag hiervan hangt in de winkel, prachtig uitvergroot aan de muur. Binnenkort is deze variant ook te proeven bij Mijn Soep. ‘Maar die kunnen mensen niet zomaar ophalen. Als ze die willen eten, moeten ze er gedeeltelijk bij zijn als ik hem maak. Zo geef je niet alleen die soep mee, maar ook iets extra’s; kreeftensoep maken is een belevenis.’ Jessica glundert en voegt daar aan toe: ‘Als mijn soep vervolgens de deur uitgaat ben ik blij, dan is het jouw soep geworden. Ik maak iedereen hier gelukkig mee en daar word ik zelf weer gelukkig van!’

Soep ziet Jessica niet als een bouillonnetje met wat toevoegingen, maar als een gebouw. ‘En de kruiden zijn de stenen’, aldus Jessica. Daarbij vindt ze het ontzettend belangrijk dat haar creaties niet alleen lekker, maar ook gezond zijn. Ik heb helaas nog geen soep van de meester soepmaakster kunnen proeven, maar dat zal niet lang meer duren. In eerste instantie zal ik dan gaan voor haar nu al razend populaire pindasoep, maar ik wil zeker ook haar saotosoep, Chinese tajersoep, Hollandse groentesoep, gevulde kippensoep, pompoensoep, kastanjechampignonsoep, en vissoep eens proberen… Maar welke smakelijke variant je ook kiest, uiteindelijk is het niet de soep alleen, maar vooral Jessica zelf die zorgt voor warmte.

Mijn Soep
Eerste Oosterparkstraat 73, Amsterdam

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.