Terug- en vooruitblik // Into the great wide open
Janis Joplin zei het al: “Freedom is just another word for nothing left to lose”. Toch had ik eigenlijk niet door wat dat precies betekende, al die jaren dat ik droomde van hitchhiken op Route 66, backpacken door Thailand of WWOOF-en in Nieuw-Zeeland. Dat écht vrij zijn ook een schaduwzijde heeft en dat het gepaard gaat met verdriet en loss omdat je ook werkelijk alles moet loslaten, daar kom ik pas nu achter.
Wat betekent het eigenlijk écht, ‘een leven opbouwen’? Dat vraag ik me de laatste jaren regelmatig af. Ooit, in 1998, kwam ik naar Amsterdam met slechts één doel voor ogen: een plek voor mezelf opeisen. Me thuis voelen. Ik dacht dat daar de usual ingredients voor nodig waren: een huis (nou ja: appartement ;)), een baan, vriendenkring, het liefst ook nog een relatie en om het helemaal af te maken: huisdieren en/of hobby’s. En ja: het duurde meer dan tien jaar, maar uiteindelijk had ik het gevoel dat ik een stevig fundament had gebouwd, dat niet zomaar afgebroken kon worden.
Dat was echter niet zo. Op het ‘hoogtepunt’ begonnen alle bouwstenen één voor één om te vallen. De veiligheid die zo rotsvast leek ingebakken, bleek een illusie. Alle pilaren die mijn ‘leven’ droegen werden weggevaagd en ik had het gevoel dat er laag na laag van me afgestript werd, totdat er een totaal weerloze, naakte, kwetsbare versie van mezelf overbleef.
In retrospectie was het idee dat zo’n leven er op een gegeven moment gewoon, eh, IS en blijft, ook tamelijk naïef, op de manier waarop ik als tiener naar mijn ouders keek naïef was: alsof je op een bepaalde leeftijd, pak ‘m beet 30, plotseling op magische wijze een volwassene bent, en dat dat dan ook een soort permanente state of being is, waarna je niet meer echt verandert. Nu ben ik inmiddels ouder dan mijn ouders waren toen ze mij kregen en ik kan jullie verzekeren dat niets minder waar is. Ik fluctueer dagelijks tussen me afwisselend een tiener voelen (onzekerheden incluis) en vaak ook as old as the hills. De waarheid is: je blijft altijd veranderen, en dat is maar goed ook. Je zou maar op een bepaald moment in je leven blijven stilstaan, frozen in time! Daar moet je toch niet aan denken.
Anyway: hoe zwaar, pijnlijk en moeilijk ook: verlies en loslaten heeft ook een andere kant. De fundamentele menselijke reactie (ook de mijne) bij verlies is om je als een wanhopige vast te klampen aan datgene wat er nog wel is, om althans nog een glimp van veiligheid te voelen. Maar het nare is dat dat vaak meer voelt als tenondergaan met een zinkend schip. Heel langzaam, stapje voor stapje, heb ik geleerd om die lifeboat los te laten. Ik ben er nog niet helemaal, want eng blijft het, maar ik zie die vrijheid soms zo dichtbij dat ik ‘m bijna aan kan raken. En ik hoop dat ik er one day soon echt op zal vertrouwen dat alles goed zal komen als ik loslaat: dat ik niet zal verdwijnen in de ruimte, maar dat ik anderen tegen zal komen die daar ook rondzweven, en dat we in steeds wisselende constellaties nieuwe patronen zullen maken.
© Pexels
Onlangs vond ik een gedicht dat ik schreef toen ik 18 was:
Maybe one day
I’ll hold these treasures in my hand
– two grains of Sahara sand, perhaps
or
the rose pink petals of a desert plant
or
a slip of cinnamon scented silk, cinnamon colored cotton
(spices of the East) –
nothing more
See these railway windows sliding into nothing
(fade out)
Show me the sound of trail tracks
and I will sing my staccato song
all along the road
and dance away
one day
Well. ‘One day’ was a long time coming, maar nu is het eindelijk bijna zover. Into the great wide open!
xx Liselore