Het Marokkaanse Sprookje #30 // De Derde Schinkel
Dit is een verhalenreeks die iedere woensdag op Moderne Hippies te lezen is.
Tip: lees eerst de voorgaande verhalen.
Naast het uitwaaien, fietsen, trainen, lopen, zwemmen en de yoga moest ik ook op een andere manier gaan werken. Ik viel namelijk nog steeds onder het DWI – Dienst Werk en Inkomen -, afdeling Dakloos. Ik kreeg ongeveer 300 euro per maand. Tja, geen vetpot, maar laten we wel eerlijk zijn, voor een “dakloze” is dit veel geld. Desalniettemin: voor iemand die zo snel mogelijk weer zelfstandig en onafhankelijk wilde zijn, tevens ook een klein bedrag aan huur moest betalen en ernaast haar oude sociale leven weer wilde oppikken, was dit niet altijd even makkelijk.
In één van mijn eerdere blogs beschreef ik duidelijk dat ik al vanaf jonge leeftijd altijd heb gewerkt. Ik had diverse, extreem uiteenlopende banen. En wanneer ik geen werk kon vinden, dan was ik te trots om mijn hand op te houden bij de staat en ging ik zwart werken. Nu had ik echter geen keus en liep ik bij het DWI. Vooral veel papierwerk. In overleg met mijn casusmanager, dhr. Buiten, werd ik geplaatst bij De Derde Schinkel. Want wie een uitkering heeft, moet iets terugdoen voor de maatschappij.
De Derde Schinkel is een onderdeel van GGZ De Regenboog Groep en is gevestigd in een oud schoolgebouw in – hoe kan het ook anders – de Derde Schinkelstraat, Amsterdam Zuid. Hier komen kwetsbare mensen die door persoonlijke omstandigheden buiten de maatschappij zijn komen te staan, die lange tijd geen baan hebben of nog nooit een betaalde baan hebben gehad.
In dit pracht van een pand zijn verschillende werkplaatsen aanwezig: een Repro, Boekbinderij, Administratiekantoor, ZigZag, restaurant de Gravin en Homeservice: een klussenteam voor en door mensen met een psychiatrische achtergrond. Ik koos voor de Boekbinderij, daar ik van lezen en schrijven houd en ik dit een echt ambachtsvak vind.
In een zeer korte tijd leerde ik boeken in te binden en oude boeken, zoals atlassen, te restaureren. Ik genoot oprecht van het werk, maar had best wel moeite met de mensen om mij heen, mijn collega’s. Normaal gesproken zou ik mij daar niets van aan hebben getrokken, maar omdat ik zelf minder sterk in mijn vel zat, nog steeds aan het herstellen was van mijn behandelingen en al het overige daaromheen trok ik deze onrust niet. Veel collega’s van andere afdelingen hadden uitbarstingen en begonnen ineens te vloeken, te vechten of hard te praten en te zingen; de meeste collega’s hadden vaak een alchol-, drugs- of pychiatrische achtergrond. Ik voelde mij absoluut niet te goed om daar te zitten, maar wel had ik echt mijn bedenkingen of ik daar op de goede plaats zat. Ik had echter domweg geen keus; ik moest werken, want ik kreeg tenslotte een uitkering. Lang leve de bureaucratie: regels tegen het overschrijden van alle wetten en regels.
Het voelde zo dubbel allemaal. Ik was ziek, had geld nodig en kreeg dat uiteindelijk van de staat. En omdat ik geld kreeg, moest ik van de staat ook weer werken. Maar hoe kon ik in godsnaam herstellen en beter worden als ik omgeven was door onrust en collega’s die zelf ook “ziek” waren? In mijn beleving herstelde ik niet, maar werd ik alleen maar nog maar ongelukkiger. Als men één of twee rotten appels brengt tussen alle andere gezonde appels, dan worden deze gezonde appelen veel sneller rot. En niet om lullig over te komen, maar zo werkt het bij de mensheid soms ook. Los hiervan was het tempo qua werk ook ontzettend laag en was ik binnen een uur alweer klaar met mijn boekje. Dan tuurde ik naar de klok en zuchtte ik hardop dat ik nog 4 uur te gaan had voordat ik weer naar huis mocht. Ik voelde mij verdomd misplaatst en de hele ervaring voelde bijna als een soort van straf. Kanker, zwanger geweest, dakloos en dan ook nog eens hier terechtkomen. Echt, het was een pracht van een script geweest voor een film!
Ik geloof dat ik het zo’n 1,5 maand heb volgehouden, daarna ben ik niet meer komen opdagen. Uiteraard niet heel erg netjes van mij, maar ik kon het gewoon niet meer opbrengen. Wel heb ik er mooie verhalen aan overgehouden. Persoonlijke verhalen van mijn collega’s hoe ze daar terecht waren gekomen, zelfs mijn eigen begeleidster. Tja, dan besef je toch ook maar weer dat dit iedereen kan overkomen en dat letterlijk ieder mens zo kan eindigen in deze maatschappij. Nogmaals: arm en rijk, goed en kwaad, gek en gezond liggen dicht bij elkaar. Meer dan wij soms als mens denken. En hoewel dit besef steeds dieper tot mij doordrong had ik andere prioriteiten in mijn leven: herstellen en gezond blijven.
Liefs, Chanti