Report // Een maand zonder alcohol
Je leest het goed: een maand zonder alcohol – een maaand. En hoewel ik in januari had besloten op de healthy tour te gaan (en ik daardoor zonder intentie een paar kilo ben afgevallen) en ik sowieso (onbewust) veel minder dronk, was het voornemen er ook om een maand zonder alcohol door het leven te gaan.
Geloof mij: ik ben echt een moderne hippie hierin en bevind me mentaal af en toe in een zeer frustrerende tweestrijd. De hippie in mij schreeuwt: levensgenieter, altijd een wijntje erbij als het moment er naar is: altijd lekker! De “moderne hippie”-kant eraan is, is dat ik me goed besef wat voor ‘gif’ ik inneem, en wanneer ik bijna wekelijks met een kater op de bank hang, de gedachte door me heen gaat: grow up, daar gáát je weekend weer.
Dus: februari zou de maand zonder alcohol worden. Van 1 februari tot 1 maart 2014 toch even ‘anders’ door het leven. En, niet te vergeten: mijn vriend zou meedoen! En, zoals jullie hier hebben kunnen lezen, noem ik hem mijn ‘yang’ en had waarschijnlijk niemand verwacht dat hij zou participeren.
Daarom leek het me extra leuk deze blogpost niet alleen te schrijven, maar samen. We hebben allebei iedere week opgeschreven wat we meemaakten. Eerst ik (‘Z‘); dan hij (‘A‘); en ieder vanuit ons eigen perspectief.
Pak een kopje thee erbij, want het is een boekwerk geworden. Maar wel één waar we trots op zijn en waar we allebei zeker wat van hebben geleerd. Vandaag niet alle tijd? Scroll dan naar beneden voor onze gezamenlijke conclusie.
Week 1: 1-6 februari
Gelukkig begin ik de maand goed: met een kater
Z: De eerste van februari viel op een zaterdag. Gelukkig word ik laveloos lam op 31 januari en begin ik de maand goed: met een kater. Op 1 februari maken we het officieel: “vanaf vandaag geen alcohol meer”! Met een kater kan ik altijd erg goed de rest van het weekend spenderen zonder alcohol. Zondagavond gaan we uit eten met de ouders van A, en zeg ik dat ik ’te brak ben voor alcohol’. Ik merk dat ik er moeite mee heb om te erkennen dat ik een maand zonder alcohol ga doen; niet tegenover hun, maar vooral tegenover mezelf. Gaat dit me wel lukken?
Ik verzin hashtag #nulprocentop op Twitter, en denk dat ik het daarmee beter vol kan houden. Ik zou immers een maand ‘gevolgd’ worden in m’n proces, en zo kan ik het mezelf alleen maar kwalijker nemen als het me niet zou lukken. Een voordeel dat A niet heeft ;).
Doordeweeks is voor mij sowieso geen probleem, sinds ik geen student meer ben. Bij (“gezellige”) uitjes doordeweeks is het bij mij de ongeschreven regel geworden, dat ik aan non-alcoholistische dranken ga.
A: Nu is het zo dat ik er doordeweeks weinig moeite mee heb om het glas te laten staan, mits er een borrel of een bedrijfsevenement plaatsvindt. Laat ik uitgerekend de eerste week dat wij beginnen gelijk met mijn neus in de zogeheten boter vallen: slechter kan gewoon niet. Op maandag zit ik bij een veiling, waar het gebruikelijk is om na alle objecten even na te borrelen (en dat gaat vaak door tot een uurtje of 00.00). Iedere bekende die je tegenkomt, bied je het nodige glaasje aan. Ik voerde eigenlijk een constante strijd met mezelf, omdat ik ‘geconfronteerd werd met mezelf’. De ene helft zei: “nee, niet doen. Denk aan de afspraak”. De andere helft zei: “ach, doe er eentje. Moet best kunnen, want je kunt altijd vanaf morgen beginnen. Eentje maakt echt niet uit. Bovendien is het ‘even gezellig’ en biedt het ontspanning”. Enkele Cola’s en tien Spa Rood verder, nam de behoefte in een biertje wel af – al is het alleen al door het aantal wandelingen dat ik maakte naar het sanitair. Enfin, in plaats van dat de avond tot een uur of 00.00 uur duurt, merkte ik aan mezelf dat ik het na 2 à 3 uur wel mooi vond. Met name omdat iedereen het op een zuipen zette. Een teken voor mij om naar huis te gaan.
Twee dagen later: weer een borrel voor werk. Uitgerekend in de Woodies aan het Thorbeckeplein; één van de foutste tenten in Amsterdam. Eigenlijk kwam het neer op hetzelfde laken en pak, alleen kan ik jullie wel vertellen dat iedere afwijzing van een biertje als een overwinning begon te voelen. Eén waar ik toch een beetje trots op begon te worden.
Week 2: 7 – 13 februari
Het zwaarste had ik het met mijn vrienden; vooral omdat ik sommige vrienden al enige tijd niet had gezien

Z: Het eerste “officiële” weekend erna vrees ik vooral voor de vrijdagavond: uit eten met m’n broer. Shame on us, maar dat doen we echt nooit, en dan kan ik niet eens een ‘gezellig’ wijntje erbij nemen? Hij vatte het alleen super sportief op en zei niets naars.Terwijl ik aan m’n kan met water zat, genoot hij van enkele biertjes. En uiteindelijk had ik het niet eens echt meer door. Bij het toetje ging even door m’n hoofd om een Irish Coffee te bestellen, zonder überhaupt te bedenken dat hier alcohol in zit – maar oeps, dat mag natuurlijk óók niet. Damn it.
Die zaterdag spendeer ik met A en kijken we The Wolf of Wall Street. Fijn: met z’n tweeën is er geen sociaal gevaar en bevinden we ons in ‘veilig terrein’.
Doordeweeks beginnen we beiden te merken dat we “uitzonderlijk” meer zin hebben in water. En geloof me: ik drink altijd, uit mezelf, al veel water. Maar het lijkt alsof m’n lichaam constant dorst heeft. En A heeft precies hetzelfde. Wat ís dit voor iets vreemds? We weten het niet, en blijven maar drinken en plassen. Gelukkig was het de enige week waarin dit zo extreem was.
A: Het weekend en die week erop gingen me eigenlijk zeer makkelijk af. Het zwaarste had ik het met mijn vrienden; vooral omdat ik sommige vrienden al enige tijd niet had gezien. En als ik ze dan zie, belooft het vaak een gezellige en lange avond te worden. En zo’n avond wordt het. De avond begint bij een reclamebureau, dat hun 15-jarig bestaan vierden, met de nodige champagne, wodka, bier, etc. Maar, aangezien het feestje ver weg was, bood ik aan ‘de Bob’ te zijn. Dit kwam mij natuurlijk goed uit. En ik had een ‘goede reden’ om niet te drinken. De behoefte aan een glas alcohol werd enigszins weggenomen door een te gek optreden van Kraak en Smaak. Naarmate de avond vorderde kreeg ik steeds meer te maken met mensen die al te diep in het glaasje hadden gekeken. Op zo’n moment ligt het gevaar op de loer. Gelukkig voor mij, had m’n maatje Sjoerd het op een gegeven moment ook wel gezien. We besloten richting huis te gaan.
Pas in deze week valt het me op, dat ik keer op keer geconfronteerd word met situaties waar alcohol bij aanwezig is. Nu is dat ergens vanzelfsprekend, maar je wordt je er pas van bewust als je het glas enige tijd laat staan. De les die ik deze week heb geleerd is een bijkomend voordeel van deze confrontatie, en één waar ik zelf erg blij van word: de energie die ik de volgende ochtend weer heb. Geloof me, de brakheid en de futloosheid mis je écht niet!
Week 3: 14 – 20 februari
Ja maar ééééén kan toch wel? Gewoon puur, omdat het vandaag is?”. Ik denk stiekem precies hetzelfde, maar zeg het niet
Z: Deze week heb ik nog meer weerstand naar het weekend: 14 februari is dan wel Valentijnsdag, en dat boeit ons beiden niet zo veel, maar het is wel precies één jaar geleden (nooit expres zo gegaan) dat wij onze eerste date hadden. Tja, en dan heb je dat moment. Dat moment van: “hallo, we hebben hier iets te vieren” (een hele “officiële datum” hebben we niet) en laten we dat dan op deze manier aan ons voorbij gaan? Ergens willen we het toch wel ‘vieren’ en die vrijdag besluit ik spontaan tickets te kopen voor het MC Theater. We eten vooraf ‘modern Caribisch’ in Toko MC. A zegt ’s middags nog: “ja maar ééééén kan toch wel? Gewoon puur, omdat het vandaag is?”. Ik denk stiekem precies hetzelfde, maar zeg het niet. “Dan verlengen we de maand toch gewoon met een dag, om vanavond te compenseren?!”, vervolgt hij. Ik begin te lachen. “Ja, maar dan heb je het toch niet meer een maand zonder alcohol gedaan?! Dan is het hele idee weg! En weten we alsnog niet hoe het voelt”. Hij knikt, maar wil het liever niet horen.
Het enige echte moeilijke moment zit ‘m in die allereerste bestelling in het restaurant: “wat wilt u drinken?” We kijken elkaar twijfelachtig aan. “Doe mij maar een Spa Rood”, zeg ik. Samen gaan we aan de Spa Rood, gevolgd op een etentje met heel veel gelach en nog meer gelach tijdens de voorstelling. Of ik alcohol gemist heb? Niet echt. Eerlijk toegegeven kan ik heerlijk ‘lam worden’ met A, en hebben we in het gehele jaar hilarische, leuke avonden gehad. Misschien niet ‘daardoor’, misschien ook wel, maar het heeft in ieder geval ‘leuke verhalen’ opgeleverd. Die koester ik toch. Maar vind het tegelijkertijd niet erg om op deze date night een keer niet lam te worden met elkaar.
De volgende dag gaan we uit eten met vrienden. Vriend P is zo’n typisch ‘hey, doe eens gezellig, man!”-figuur en heeft het er nogal moeilijk mee dat we dit doen. Vriendinnetje K is echter heel sportief. “Ik vind het juist super dat jullie dit doen! Dat zouden wij ook eens moeten doen”. Ik denk dat ik tien keer (en geloof mij, dat is veel) van P heb moeten horen of ik echt niet een ander (alcoholisch) drankje wilde hebben, en ik moest “nee” blijven verkopen. Ik kan me niet voorstellen hoe moeilijk het voor A was.
Aan het begin van dezelfde avond hadden A en ik heel veel zin om uit te gaan. “Maar dat moet toch ook zonder alcohol kunnen?”, vroeg ik. “Ja… Nee.. Dat is toch anders”, zei A. Het is duidelijk dat we een andere perceptie hebben hierin. Ik heb heel lang gedanst, en ik ging met mijn vrienden van dansen altijd stappen zonder alcohol. Dat ging toentertijd eigenlijk bijna onbewust. Je was tijdens die uitgaansavonden zo bezig met dansen, dat alcohol de minste prioriteit kreeg. En daar zaten de mooiste avonden van mijn leven tussen. Ik had dus niet zo veel moeite met het idee om te stappen zonder alcohol. A wel. Maar A had geluk: P en K moesten de volgende dag om 6 uur opstaan om naar de IJ-hallen te gaan, dus zij konden het eigenlijk ook niet laat maken. Rond 01.00 gingen we op huis gaan. Ook dit weekend werden we weer zonder kater wakker en waren we bijzonder trots op onszelf.
A: Met gepaste trots kan ik mijn derde week met jullie delen. Zoals Z al aangaf ging het niet zonder slag of stoot. We hebben een date night en een diner met vrienden. Valentijnsdag vind ik persoonlijk een commercieel gebeuren waar ikzelf van walg. Laat dit nu uitgerekend de dag zijn waarop ik samen met mijn liefde, een jaar geleden, ons eerste diner had gepland. En ja, dit was puur op basis van fuck it, dan is het maar Valentijn. Echter zit je er wel de rest van je leven aan vast. [Voor de mannelijk lezers onder ons: ideaal om nooit je eerste date te vergeten met de liefde van je leven.] Genoeg bull over Valentijn. Over op de avond zelf: tja, ik vond dat er iets te vieren was en daardoor merkte ik aan mezelf dat ik daar graag ruimte wilde maken voor een ‘uitzonderingsdrankje’. Z is dan, op haar beurt, heel resoluut. Al zag ik wel een kleine fonkeling in haar ogen van: “Zullen we toch maar…” Al snel bleek dat slechts een fractie te zijn. Door deze reactie realiseerde ik me: ja, ik ben inmiddels in week 3. Het zou eigenlijk zonde zijn om nu de handdoek in de ring te gooien.
Zaterdagavond: zoals jullie lazen, met lieve vrienden P en K. Als er twee mensen staan voor gezelligheid, dan zijn zij het wel. De avond begon bij hen met een toastje en borreltje (jawel Pellegrino met Karvan Cevitam; goede dorstlesser in ieder geval). Na een hoop geblabla en haha begon de tijd aan te breken om richting De Pizzakamer te gaan. Eenmaal aangekomen bleken wij niet de enige te zijn die dit idee hadden: bom- en bomvol. De gastheer kwam op ons af en vroeg plaats te nemen. Ik keek hem enigszins verontwaardigd aan, met de gepaste reactie: “waar?”. Waarop de gastheer reageerde: “U heeft gelijk, wordt krap allemaal, blijf anders staan waar u staat en neem alvast een drankje”. Weer een drankje… Je kunt je voorstellen dat ik daar niet heel comfortabel stond met m’n drankje. Ik voelde me als een haring in een ton. Dan is het nog een hele kunst je glas vast te houden zonder dat je wordt aangestoten en, jawel… je knoeit op je lievelingsshirt. Normaal gesproken, na een aantal glazen alcohol, geef je je eraan over en erger je je helemaal niet meer aan de drukte of iemand die tegen je aanloopt. Op dat moment dacht ik toch wel: goh, doe mij toch maar een glas. Of drie.
Ondertussen fluisterde P in m’n oor: “Wil je echt niet een glaasje?”. Een vraag waar ik écht op zat te wachten. Na aanhoudend afwijzen en bedanken begreep ook P de boodschap. K is met dit soort dingen wat sneller van begrip, daar P het meer ziet als onzin en het kwellen van jezelf. Ik begin het persoonlijk meer te zien als jezelf op de proef stellen, ‘nee’ tegen jezelf durven te zeggen en te kijken wat voor ruggengraat je hebt.
Week 4: 21 – 28 februari
Ik geef mezelf de ruimte om “nee” te leren zeggen en daardoor ook “nee” tegen heel andere dingen
Z: Alsof ik het had ‘moeten’ lezen, begin ik deze week met het lezen van Buddhist Boot Camp. Eén van de eerste hoofdstukken gaat over ‘de geest trainen’:
Je geest is net een verwend rijkeluiskind! Je hebt het opgevoed met de vrijheid om te denken wat het maar wil, wanneer en hoelang het maar wil, zonder rekening te houden met de consequenties of dankbaar te zijn. En nu je geest volwassen is luistert die nooit meer naar je! Sterker nog, wanneer je je ergens op wil concentreren, dwaalt je geest steeds af naar waar het ZELF over wil denken. […] Neem eerst de belangrijkste stap: stop met toegeven aan elke hunkering. Anders denkt het verwende kind dat het nog steeds alles kan krijgen wat het wil. […] Je hebt nooit ‘nee’ tegen hem gezegd. Tijd om daar eens mee te beginnen! Uiteindelijk kom je erachter dat zodra je de baas bent over je keuzes, je meer keuzevrijheid hebt – Timber Hawkeye in Buddhist Boot Camp
Ik begrijp precies wat Timber hier zegt, ook al klinkt het gecompliceerd. Ik heb de afgelopen tijd al zó vaak “nee” moeten zeggen – en dan alleen maar in de weekenden. Ik moet het tegen m’n vrienden zeggen, maar ook tegen mezelf. Ik snap waar ze vandaan komen, want ik ben ook het type persoon dat het soms echt “gezellig” kan vinden. Alleen ik leer m’n brein anders te laten denken; ik geef mezelf de ruimte om “nee” te leren zeggen en daardoor ook “nee” tegen heel andere dingen. Door de baas te worden over deze ‘simpele’ keuze, geef ik mezelf veel meer keuzevrijheid. Het helpt me mentaal sterker te worden. Dat klinkt misschien dramatisch, maar naast dat het dus simpelweg ‘gezond’ is, leer ik er psychisch ook veel van.
In deze week beschouw ik aankomend weekend als een minder groot probleem: ik zit vol in de organisatie voor de Moderne Hippie Markt, en dan bestaat het hele weekend uit werk. Ik word ook nog eens heftig ziek en ga twee dagen voor de markt naar de dokter voor een mogelijke longontsteking. Alleen al de gedachte aan alcohol is ver te zoeken.
A: Eerlijk is eerlijk, deze week heb ik weinig last gehad van de behoefte aan alcohol. Noem het druk zijn met werk of andere prikkelingen, maar ik heb deze week geen moment gehad van: “nu heb ik echt zin in een neut”. Ik zou je nu graag willen voorzien van een week vol verleidingen of iets dergelijks, maar moet je helaas teleurstellen. Ik ben wel van mening dat dit bij het hele proces hoort. Wat niet wil zeggen dat ik een aversie kreeg, maar ik merkte wel dat ik makkelijker ‘nee’ ging zeggen.
Het weekend voor de Moderne Hippie Markt besloot ik om het rustig aan te doen, daar ik mijn krachten wilde sparen voor de dag van de opbouw en de markt zelf. Om die reden besloot ik naar m’n maatje T te gaan. Hij was net verhuisd en vond het een goed moment om na het opbouwen van de markt wat ontspanning te vinden in huize T. Z’n vriendin A zat in Bergen, dus we hadden het rijk alleen en konden onze gang gaan. Echter was T nog niet op de hoogte van de maand zonder alcohol. Gezien mijn verleden, dacht hij: Alinus komt, laat ik maar wat wodka, bier en wijn in huis halen. Tja, wat doe je dan? Simpel uitleggen en aangeven dat het volgende maand wel op komt ;-). “Dan drink ik wel alleen”, was zijn reactie. Als iemand begripvol is, is hij het wel.
Week 5: 1 maart
Het voelt letterlijk alsof ik 1 bak ellende naar binnen heb gegooid en m’n lichaam even niet meer weet wat ‘ie ermee aan moet

Z: “We zijn er bijijijna!”. Halverwege de laatste week app ik spontaan naar A hoeveel zin ik heb om weer helemaal los te gaan in de stad, en dat ik het liefst zaterdag wil gaan stappen. We moeten alleen de vrijdag nog (28 februari): dan hebben we dit echt een maand/4 weken gedaan! Die zaterdag gaan we uit eten en nemen onze eerste fles wijn sinds tijden tot ons. De smaak is lekker, zoals ik witte wijn vaak lekker kan vinden. Maar het is alsof ik het gisteren nog dronk. Na m’n eerste slok dacht ik pas echt: o ja, hey! Dat was weer een slok mét alcohol!
Na een paar uur in het restaurant, begint m’n maag te protesteren. Zoals je wel vaker hebt, merk ik dat mijn misselijkheid van de alcohol komt en van niets anders. Het voelt letterlijk alsof ik een bak ellende naar binnen heb gegooid en m’n lichaam even niet meer weet wat ‘ie er mee aan moet. Ik deel het op Instagram, en merk dat mijn ervaring niet vreemd is voor mijn volgers. Stiekem wel leuk en fijn om te lezen. (Bedankt daarvoor!!)
Nu ben ik nooit van ‘het extreme’ geweest. Nooit niet. Ik geloof namelijk niet dat dit goed is, op welk gebied dan ook en geloof sterk in nuance. Dus ik zeg echt niet dat ik nooit meer zal drinken. Maar ik heb geleerd om ‘nee’ te zeggen tegen alcohol, en daarbij wonderbaarlijk op zoveel meer. Ik heb (nogmaals) geleerd hoe dogmatisch sommige mensen kunnen denken, door serieus erop in te gaan met ‘argumenten’ als: ‘Wacht maar tot je zwanger bent. Dan heb je nog alle tijd om dit te kunnen doen’. Really? Als je niet zwanger bent of niet ‘de Bob’ bent, denk ik dat de sociale druk juist een stuk zwaarder ervaren kan worden. Omdat je ‘geen’ argument hebt; pas dan komt het echt aan op je eigen doorzettingsvermogen en kracht. En dat heb ik mezelf laten zien. En dat ik dat met mijn vriend heb kunnen volhouden – op wie ik eigenlijk nog wel trotser ben – voelt immens goed. Voor m’n lichaam én m’n geest.
A: 1 maart. Einde van de middag, en ik vraag het me toch af: hoe zou een biertje smaken? Om het uit te proberen pakte ik een biertje van het balkon en popte deze open. Ik bestudeerde het flesje goed, rook er een keer aan en nam de eerste slok. Vervolgens slikte ik niet in één keer door; ik walste het bier over m’n tong. Er werd geen smaakpapil overgeslagen. Maar als je me de vraag stelt: “vond je het lekker?”. Dan kan ik je eerlijk vertellen: het smaakte verdomde goed de behoefte aan meer, was er (gek genoeg) niet. Ik moet jullie ook eerlijk bekennen, dat ik m’n biertje niet heb opgedronken. Kort daarna kreeg ik een ontzettend vol en opgeblazen gevoel. Iets wat ik nog nooit eerder had ervaren met bier. Tijdens het avondeten vond ik de fles witte wijn lekker, maar had daarna geen behoefte aan meer. Wonderbaarlijk.
Mijn les? Misschien kan ik toch wel wat minder drinken dat ik had gedacht. Ik ga nu niet een of andere Gandhi uithangen, maar weet nu wel: leer doseren. Niet alleen bij alcohol, maar misschien wel bij alles. Als je nee tegen jezelf kunt zeggen, kun je de verleidingen waar je dagelijks aan wordt blootgesteld makkelijker weerstaan.
Onze gezamenlijke conclusie:
- Ja, je krijgt veel meer energie. Je hebt opeens een weekend, dat je volop kunt benutten. Je komt tot rust (en laten we eerlijk zijn: als je niet meer in je studententijd zit, is dat nodig en zeer prettig);
- Je ligt nooit meer laveloos en brak op de bank;
- We zijn allebei (onbewust) afgevallen;
- Het klopt wat je gaat verwachten: mensen gaan zeuren of zeggen flauwe dingen (“kom op man, doe eens gezellig!), maar: er zijn ook verrassend wat mensen die het kunnen supporten of het zelf ooit ook wel eens zouden willen proberen. Nog erger: de mensen met de meeste kritiek, willen het stiekem juist proberen (keep that in mind!);
- Je gaat minder uit of de stad in. Of in ieder geval: dat deden wij. Toch omdat we ons nog geen weg konden vinden in de combinatie van ‘gezelligheid/dansen’ en ‘drinken’. Uiteindelijk is onze les/ons voornemen dat we ook ‘rustiger’ kunnen drinken, in plaats van gelijk laveloos lam te worden ‘zoals altijd’;
- We ‘voelen’ ons oprecht gezond. In combinatie met een veel gezondere voeding en levensstijl (denk aan: sporten, yoga & meditatie) zoals je hier in januari hebt kunnen lezen;
- Een gezonde geest die ‘nee’ kan zeggen, is een sterker argument dan ‘de Bob’ of zwanger zijn;
- Na een paar weken merk je dat je makkelijker ‘nee’ kunt zeggen. Niet alleen tegen alcohol, maar tegen veel meer. Je krijgt meer keuzevrijheid, door bewustere keuzes te maken en goed naar jezelf te luisteren
Zo. En dat was het dan. Ons gezamenlijke verhaal.
Wat vond je ervan? Zou jij het eens willen proberen, een maand zonder alcohol? Of misschien wel een leven zonder alcohol? Of heb je nog een vraag? Laat je reactie of vraag achter onder dit artikel! Thanks for reading!
Liefs, Zoë
Je kunt mij persoonlijk volgen op YouTube, Twitter en Instagram.
Je kunt Moderne Hippies volgen op Facebook en Instagram.