INSPIRATIE

Liselore’s Zin // Mijn back pages

Er is een tekst van Bob Dylan die ik tot voor kort nooit begreep (ja, er zijn er wel meer, maar in tegenstelling tot die anderen this one makes sense to me now): “Well, I was so much older then, I’m younger than that now.”

Tijd voor een stukje persoonlijke geschiedenis. My back pages. Ik was zo’n serieus, vroegwijs kind. Je kent ze wel: het soort dat volwassenen geweldig vinden, maar waar andere kinderen niets van begrijpen. Waar mijn klasgenoten keken naar Beverly Hills 90210 en met hun Bacardi-jus uit hun dak gingen op 2 unlimited, las ik voornamelijk erg veel. En verder stond ik op vrijwel elke barricade die er was. Op mijn 10e werd ik vegetariër. Op mijn twaalfde leidde ik een feministische revolutie in onze school (ons programma bestond er voornamelijk uit dat we in de schoolkrant overal ‘hij/zij’ van ‘hij’ maakten. En dat meisjes ook mee mochten doen in het voetbalteam. Dat we geen bal afwisten van voetval – pun intended – maakte hierbij niet zoveel uit). Van mijn 13e tot mijn 18e steunde ik fanatiek causes tegen het imperialisme van Amerika in Zuid-Amerika. Ik waande mezelf een marxist. De algemene verwachting van mijn omgeving – en van mezelf – was dat ik journalistiek zou gaan studeren in Groningen en dan buitenlands correspondent zou worden bij, pak ‘m beet, de Volkskrant of het NRC.

Maar het leven liep anders. Studeren vond ik boring en ik wilde het Echte Leven leren kennen. Dus ik ging eens een jaar rondreizen, verbleef in een kibbutz in Israël, bezocht de woestijnstad Petra in Jordanië en werd au pair in Moskou (een tot mislukken gedoemd experiment, aangezien ik stiekem helemaal niet van kinderen houd). Toen ik terugkwam, verhuisde ik naar Amsterdam en ging ik in een boekwinkel werken. En in die tijd (ja, dit is gelukkig geen synopsis voor mijn Grote Autobiografische Roman, ik heb echt een punt) gebeurde er iets met me: op de een of andere manier veranderde ik van serieuze activist in …. een feestbeest, I guess. Remember: dit was de late jaren ’90: Sex and the City was voor het eerst op tv, er was nog nergens een crisis te bekennen en het enige wat mijn vriendinnen en ik eigenlijk deden was shoppen, in de kroeg hangen en eindeloos over seks en relaties lullen. Dat ging zo’n beetje eigenlijk mijn hele 20’s door, alleen met een change of scene: ik werd gothic, de perfecte keze voor iemand (mijzelf incluis) die wel eindeloos wil klagen over hoe rot de maatschappij is en dat je je onbegrepen voelt, maar er verder niets aan wil doen.
Schrijven deed ik niet meer.

En toen, ik was een jaar of 33, had ik plotseling mijn having it all-momentje: een nieuwe, prestigieuze baan, een coole vriend, kortom: alles waarvan ik altijd dacht dat ik er geen waarde aan hechtte (status en geld), maar waar ik in de loop der jaren kennelijk toch in was meegegaan. Er gebeurde echter iets onverwachts: ik begon steeds meer echt te voelen dat having it all niets voorstelde. Op mijn werk, maar ook privé, voelde ik me meer en meer alienated, verdwaald in een wereld vol begrippen die me niets meer zeiden. Want wat doet een ‘communications manager’ eigenlijk? Waarom vonden mijn collega’s het zo belangrijk dat hun kinderen opgroeiden met de papieren versie van het NRC? En wat zeiden termen als ‘winst’  en ‘PR’ me eigenlijk?

Uiteindelijk leidde dat alles tot een breakdown en mijn WWOOF-ervaring in Engeland. In die tijd begon ik het gevoel te krijgen dat er een stuk van mezelf ontwaakte dat 15 jaar in coma had gelegen. Het voelde zelfs alsof ik al die jaren gebrainwasht was geweest: ik kon me letterlijk niet meer herinneren dat ik op mijn 10e al wist van de misstanden in de bio-industrie, tot een vriendin uit die tijd me zei: “Waarom werden we anders allemaal vegetarisch op die leeftijd?” Een decade later begon ik pas weer de wereld om me heen te onderzoeken en kritische vragen te stellen. Over de maatschappij en geld. Over ongelijke verhoudingen en de oude bastions die hun langste tijd gehad hebben. Ook werd ik – weer – vegetariër. Ik had mijn idealisme hervonden, in een reis van oud naar jong en uiteindelijk terug naar mijn roots. En, best of all: ik begon weer te schrijven.

Het is een long, winding road geweest, maar begin 2014 kreeg ik van Marte de kans om te schrijven voor Moderne Hippies, mijn lievelingsblog. Nu, bijna een jaar later, ben ik niet alleen blogger, maar ook eindredacteur. Zonder Moderne Hippies kan ik me mijn leven niet meer voorstellen. Het is meer dan werk, maar ook meer dan play (hoe fijn ik het ook vind om te doen): schrijven voor Moderne Hippies voelt als een extensie van mezelf. De onderwerpen dienen zich, week na week, als vanzelf aan en elke keer vind ik het weer fantastisch om te zien hoeveel mensen zich erin herkennen. Ik ben jullie, als lezers, ontzettend dankbaar – zonder jullie bestond er geen Moderne Hippies!

Ik wens dan ook twee dingen voor 2015: dat meer en meer mensen zo’n wake-up-moment krijgen, en dat we met zijn alleen de wereld meer hippie-proof zullen maken. Op naar de toekomst – en cheers!

– xx – Liselore

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.