Is het je weleens opgevallen dat we te maken hebben met een nieuw, wereldwijd virus? En dan mik ik niet op de duizenden Trump-grappen die in je nieuwsfeed verschijnen, ik heb het hier over het zogenaamde ‘Bali-virus’. Elke dag word ik doodgegooid met talloze Bali-tips die door bloggers, vrienden of websites mij worden aangereikt. Conclusie: jouw (toekomstige) Bali-avontuur is compleet maakbaar.
Ook ik heb dit inmiddels tot drie keer toe ondervonden en ook ik ben met dit zogeheten virus besmet geraakt. Bali voelt als een tweede thuis, omdat ik geheel zelf kan bepalen wat ik op het eiland ga doen. Of dit nu binnen het gebruikelijke dertig dagen visum is of zelfs iets langer: er is op dit ‘Island of Gods’ overal een oplossing voor te vinden. Gewapend aan tips ga ik Bali iedere keer tegemoet. Even een hippe smoothie hier, een intensieve yogasessie daar. En dat allemaal op mijn gehuurde racemonster en Google-maps als navigator. Nét als thuis in Amsterdam.
Moet ik hier eigenlijk wel blij mee zijn? Ik bedoel, ik ben nog steeds te gast in een ontwikkelingsland. Een eiland met eigen tradities en (geloofs)rituelen. Er zijn talloze geldige redenen te noemen om naar Bali af te reizen, maar bij mijn laatste bezoek afgelopen oktober kreeg ik het gevoel dat Bali slachtoffer aan het worden is van zijn eigen schoonheid.
Daarom zeven dingen die we (niet) moeten weten voordat we ons ticket naar Bali boeken. En mocht je al je ticket hebben geboekt: no worries! Met deze weetjes reis jij met een nog bewustere en respectvollere mindset af naar Bali.
1. SMEER JE WEG
Als het regent, dan regent het goed op Bali. Voor de zogeheten tijgermug dé ideale bestemming om lekker rond te vliegen en ons lek te prikken. Maar pas op! Deze mug prikt overdag en komt helaas heel veel voor op Bali, omdat het ervan houdt om te broeden in stilstaand, lees: rijstvelden, water. De tijgermug kan twintig verschillende virussen overbrengen, waarbij knokkelkoorts de voornaamste is. Uit eigen (traumatische) ervaring kan ik vertellen dat besmet raken met dit virus totaal geen pretje is. Helaas bestaat er (nog) geen vaccinatie, dus moeten we het voorlopig doen met een smeersel. Smeer je dus overdag in met een product dat meer dan dertig procent Deet bevat. Breng in de ochtend eerst voldoende zonnebrand aan, laat dit voor een half uur intrekken en smeer daarna de Deet over je hele lichaam. Hiermee bespaar je jezelf de Eerste Hulp en een lang ziektebed, wat bij mij het geval was.
2. HET VINDEN OF VERLIEZEN VAN JEZELF
Hier, in de westerse wereld, leven we in een tijd van moeten, voldoen aan verwachtingen, snelheid en presteren. In Bali hopen veel toeristen meer in contact te staan met zichzelf door zich op te warmen aan dit spirituele eiland. Eindeloos yoga-en, mediteren, detoxen en surfen: Bali has it all! Helaas zijn er ook genoeg vakantiegangers die zich verliezen in de talloze mogelijkheden die Bali te bieden heeft. Zo is het sterk af te raden om als hippie-in-wording drugs te proberen op het eiland. Hoewel drugs op veel plaatsen verkrijgbaar zijn, riskeer je bij betrapping een lange gevangenisstraf óf in sommige gevallen zelfs de doodstraf. Daarentegen is het roken van kretek sigaretjes zeer gewoon onder de locals én toeristen. Er gelden geen regels waar je mag roken, dus rookt iedereen waar het zich relaxed voelt (en dat is dus overal). Ben je geen nachtvlinder? Mijd dan plaatsen als Kuta, Seminyak en sommige delen van Canggu waar iedere nacht tot in de laatste uurtjes gefeest wordt.
3. PLASTIC BABY
Wie hoopt op prachtige, witte stranden bij het centraal gelegen Kuta komt bedrogen uit. Vaak genoeg liggen deze stranden bedolven onder het afval en zwermt er van alles rond in de zee. Zo herinner ik mij eerst drie meter slib aan afval door te moeten, voordat ik eindelijk kon surfen. Niet gek als je bedenkt dat er één biljoen (!) stukken plastic rondzwemmen om het eiland heen. Net als in landen als India, weten de locals totaal niet waar ze hun afval moeten dumpen. En doordat het toerisme alsmaar blijft toenemen, neemt helaas ook de hoeveelheid vuilnis toe. Er zijn talloze organisaties die zich inzetten om het uitzicht van Bali schoon te houden, waaronder de Australische organisatie Bottle for Botol. Deze organisatie voorziet schoolkinderen van duurzame waterflessen, zodat zij niet telkens een plastic waterfles kopen (en in de rivieren weggooien). Neem een eigen duurzame waterfles mee op reis en ruim afval op stranden en straten op. Gooi tot slot ook never nooit gebruikt wc-papier in het toilet: het riool raakt in Bali makkelijk verstopt, waardoor er onnodig veel (schoon!) water verbruikt wordt om het toilet door te laten stromen.
4. SARONG OM
Het zien van blonde, schaars geklede meisjes doen veel mannelijke harten veroveren. Omdat Bali over het algemeen veilig aanvoelt, betekent dit niet om niet waakzaam te zijn. We zijn geneigd om in ons bikini of korte jurkjes met onze scooter te rijden door de straten van Bali. Heerlijk vrij gevoel natuurlijk, maar let extra op bij de zogeheten short cuts. Deze (afsnijd)wegen zijn niet verlicht in de nacht, net twee auto’s breed en gelegen in de rijstvelden. Talloze vakantiegangers gebruiken deze weg, dus ook wanneer ze dronken op de scooter zijn gestapt. Iedere week gebeuren er veel ongelukken veroorzaakt door dronken lui, maar worden er ook veel meisjes op hun scooter aangerand en beroofd. Door de verslechtering van deze wegen kan je niet hard doorrijden, waardoor je geen kant op kan als je wordt lastiggevallen. Kies dus altijd na zonsondergang voor de ‘grotere’ wegen, stop je waardevolle spullen in je scooterbag en bedek jezelf met een sarong tijdens het rijden. Overigens geldt deze waakzaamheid ook voor de avonturiers die niet voor een scooter kiezen en gaan lopen. Wandel na zonsondergang nooit alleen door de straten van Bali en altijd in een groep.
5. SCHEUREN OF STILSTAAN
Het meest gebruikte vervoersmiddel op Bali is de scooter en motor. Als je dit niet gewend bent, kun je je de eerste dagen misschien net zo voelen als een toerist in Amsterdam die moet wennen aan alle fietsen. Dagelijks zie je honderden (toeterende) scooters en motoren voorbij scheuren, maar ook genoeg auto’s. Met name in de grote steden Canggu, Kuta en Seminyak betekent dit eindeloze files. Denk deze files niet slim af te zijn door voor een scooter of motor te kiezen. De wegen zijn namelijk zo smal dat ook jij in de file moet staan. En jup, helaas gelden de files tegenwoordig ook voor de short cuts. Kies voor jouw eigen veiligheid én de mate van luchtvervuiling bewust of je wilt rijden op Bali. Zo kan je ook op veel grote plaatsen, als Canggu of Ubud, een fiets huren of zijn er Facebookpagina’s waar je andere reizigers kan vragen om een taxi-rit te delen.
6. ECHT NIET EERLIJK
Veel vrienden die ik in Bali heb ontmoet, hebben besloten om in zich in Bali als expat te vestigen. Op de populaire blog The Blond Seashell (red: inmiddels offline) vertelt mijn vriendin Nadine over haar leven op Bali als een expat. Hoe aantrekkelijk het op het eerste oog lijkt om uiteindelijk te verhuizen naar Bali… ook op dit vrije eiland heb je met genoeg zaken te dealen, waaronder de extreme corruptie. Schrik dan ook niet op als een agent je aanhoudt tijdens het rijden en je zonder enige geldige, maar verzonnen reden je een boete laat betalen. Houd om deze reden altijd 50000 Indonesisch Roepie (omgerekend 5 euro) in je zak en bewaar de rest van je geld in een ander zakje. Toon met een pruillip aan de agent aan dat dit je laatste beetje geld is, overhandig het en rijdt zonder blik of blozen weg. Wees daarnaast ook alert met het opnemen van geld bij de ATM’S. Door de toename van het toerisme, komen er steeds meer (neppe) ATM’s in grote steden die je kaart skimmen. Adviseer daarom bij jouw verblijf welke ATM het meest betrouwbaar is.
7. APA KABAR? BAIK BAIK
Je gaat terug naar Bali vanwege de lieve locals. Althans, dat geldt voor mij. En om die reden heb ik ook altijd een ‘Bahasa Indonesia’ woordenboekje mee. Het voelt namelijk goed om mijn dankbaarheid naar hen te uiten of om alleen al mijn buurvrouw te kunnen groeten in háár taal. Natuurlijk zeg ik het altijd fout, maar de brede, witte lach die volgt is mij alles waard. Het is een teken van respect, net als het in ere houden van hun dagelijkse offerrituelen. Elke dag offeren de Balinezen namelijk aan de goden door gevlochten mandjes te plaatsen op straat. In die mandjes verzamelen zij allerlei dingen, als koekjes, tabak en geld. Het offeren zelf is heilig, de mandjes niet. Wees dus niet getreurd als je per ongeluk over een mandje rijdt of dat een hond of kip de lekkernijen opeten. Tot slot zijn wij als westerlingen bevoorrecht om een magische eiland als Bali te ontdekken. Toch bestaan er – of je het nu wilt of niet – ook grenzen aan onze grenzeloosheid: je bent en blijft altijd te gast!
Zet ik hiermee het veel geprezen Bali in een zwaarder daglicht? Welnee. Ik hoop juist met dit artikel dat we onze kop wat meer uit het maagdelijk, witte zand steken en bewuster worden van de omgeving. We kunnen het ons nog zo thuis maken op Bali, maar net als in Nederland zijn er ook op dit eiland dingen waar we rekening mee moeten hou
Terima Kasih!
Dit artikel is geschreven door Xantoucha, een avontuurlijke vrijbuiter die er nooit genoeg van krijgt om de wereld binnenstebuiten te keren. Je kunt haar volgen op Instagram.