Wat doe je als je overprikkeld bent? In mijn stuk van twee weken geleden noemde ik ‘schrijven’ als een van de opties. Sinds mijn vijftiende schrijf ik in een dagboek. Inmiddels heb ik een heel stapeltje aan boeken volgeschreven. Ik schrijf wanneer ik zin heb, als ik de behoefte voel. Ervaringen, dromen, voornemens, wensen, twijfels, ontdekkingen, brieven om wel te schrijven maar niet te versturen, mijn terug- en vooruitblik rond de jaarwisseling, overdenkingen: alles mag erin. Mijn streven: grote oprechtheid, vrijblijvendheid en geen eisen aan stilering, zinsbouw, interpunctie of logica.
Echt oprecht zijn blijkt nog behoorlijk moeilijk. Gedachten en gevoelens kunnen soms kronkelig, verbogen en uitermate ongenuanceerd zijn, maar deze ook nog opschrijven is soms niet eenvoudig. Dat voelt toch nog kwetsbaar of confronterend, zelfs terwijl ik weet dat verder niemand het leest.
Vrijblijvendheid is voor mij ook belangrijk. Mezelf elke dag verplichten te schrijven zou voor mij niet werken. Juist omdat ik schrijf wanneer ik zin heb, is het dat ik al zo lang een dagboek bijhoud. Omdat ik het schrijven waardeer, doe ik het toch steeds weer. Tips voor regelmatig schrijven kan ik dus in die zin niet echt geven, al kan ik een vast moment op de dag wel aanraden. Bij wijze van spreken: elke zondagavond. Heerlijk is het ook om gewoonweg te schrijven, zonder te letten op taal. Dat je gewoon heen en weer kunt springen, associatief, omdat niemand het hoeft te kunnen volgen.
Overigens ben ik, wanneer het op het boek zelf aankomt, best veeleisend. Het moet vooral mooi zijn, maar ook anders dan wat ik al heb gehad; gebonden, zonder lijntjes, geschikt voor een vulpen en de bladzijdes het liefst gebroken wit. Een aantal keren heb ik haast eindeloos door boekhandels gedwaald tot ik een boek vond wat aan al mijn wensen voldeed. Of wanneer mijn oude exemplaar écht bijna vol was: eentje die ermee door kon.
Op de foto staat mijn stapeltje boeken, bijna compleet. Overigens heb ik nog nooit eentje weggedaan. Ik heb er wel eens over nagedacht wat er met ze moet gebeuren als ik niet meer op aarde ben. Of als ik oud ben en dan inmiddels wel een kast vol moet hebben. Wie weet heb ik dan een kleindochter die ik er steeds één kan schenken, wanneer zij de leeftijd heeft die ik had in de tijd dat ik het betreffende exemplaar schreef. Mijzelf zou dat fantastisch lijken! Maar voorlopig wil ik daar geen rekening mee houden.
Waarvoor schrijf ik eigenlijk? Toch allereerst voor mezelf, omdat ik het zo waardevol vind. Omdat je afstand kan creëren ten opzichte van een situatie en van jezelf, omdat je er rustig van wordt, omdat je even echt alles kwijt kan, omdat je erin jezelf vragen kan stellen en je dichter bij jezelf kan komen, omdat het je ontwikkeling laat zien, het patronen kan blootleggen, omdat het een perfect persoonlijk archief is en omdat het je allerlei nieuwe inzichten kan geven. Een dagboek kan ook een fijn middel zijn om voor jezelf te ontdekken hoe dingen voor jóú zijn als je hooggevoelig bent. Omdat hooggevoeligheid wel normaal is, maar niet mainstream, en het dan fijn is te ontdekken of wat voor de meerderheid geldt ook voor jou waar is. Ik weet dat een heleboel HSP’ers schrijven fijn vinden.
Nu zul je je misschien net hebben afgevraagd: ‘Hoezo allereerst voor jezelf, hoe kan een dagboek nou niet alleen voor jezelf zijn?’. Ook als je het niet laat lezen aan anderen (waar ik maar even van uitga) denk ik dat indirect anderen er ook baat bij kunnen hebben. Eén voorbeeld: wanneer ik van alles aan iemand kwijt wil schrijf ik bijvoorbeeld wel eens in mijn dagboek een brief-om-niet-te-versturen. Dan weet ik wat er speelt en kan ik dat – uitgefilterd – beter overbrengen.
Disclaimer: een dagboek kost tijd, je moet er met enige zorgvuldigheid mee omspringen en misschien werkt het niet voor iedereen. Maar toch zou ik iedereen aanraden om het te proberen, zeker als je hooggevoelig bent!
Heb jij een dagboek?
Liefs, Rosanne